Orde van het Heilig Koninklijk Gewelf in de Nederlanden
De grondslag en sluitsteen van de symbolieke graden
[leestijd: 5 minuten]
Onder de zgn. 'voortgezette werkwijzen' neemt de Orde van het Heilig Koninklijk Gewelf (HKG) een wat bijzondere plaats in. Dat vinden andere 'voortgezette werkwijzen' wellicht ook, maar voor het HKG snijdt dat meer hout, omdat in de Angelsaksische maçonnieke wereld deze werkwijze beschouwd wordt als de afronding van de symbolieke graden (die van leerling, gezel en meester). Dat maakt het HKG bijzonder, omdat het geen vervolgpad is, maar die drie graden als het ware samenvat en afsluit.
Omtrent de oorsprong van deze werkwijze zijn alleen indirecte aanwijzingen bewaard gebleven. Zoals de klacht in loges van de in 1717 opgerichte Moderns, dat veel broeders tevens lid werden (of bleven) van niet-aangesloten loges vanwege de daar uitgevoerde meestergraden. En de vermelding van een optocht in Ierland in 1744, waar een boog op twee kolommen met een sluitsteen werd meegedragen. Daar - in Ierland en Schotland - moeten we in ieder geval de oorsprong van deze werkwijze zoeken.
Bij de fusie in 1813 tot United Grand Lodge (of England) werd nadrukkelijk gesteld dat de enige echte vrijmetselarij bestaat uit de drie symbolieke graden 'met inbegrip van die van het Heilig Koninklijk Gewelf' als bron en sluitsteen van die drie graden. ¹)
Die situatie bestaat ruim 200 jaar later nog steeds en dat maakt het HKG zo bijzonder.
Het is een typisch Angelsaksische werkwijze, die (op een andere manier) ook in Canada, Australië en de noordelijke staten van de Verenigde Staten druk wordt beoefend.
In ons land is de huidige Orde in 1949 ontstaan onder de bezielende leiding van de toenmalige grootmeester van de symbolieke graden, Br:: Caron. Dit geeft ook de nauwe verbintenis met de symbolieke graden aan.
Het inwijdings-/verheffingsrituaal van deze orde is gebaseerd op een mythe, die zich afspeelt tegen een oudtestamentische achtergrond, maar als zodanig niet in de Bijbel voorkomt. Het gaat hier om een mythe als informatiedrager van een achterliggend verhaal met een diepere bedoeling, en historische juistheid is hier minder van belang. Het thema is de herbouw van de tempel, na de terugkeer uit Babylon. Of - symbolisch gezien - het opnieuw aanvangen (herbouwen) van de arbeid in de drie symbolieke graden, wanneer de resultaten daarvan door omstandigheden verloren zijn gegaan.
Voor de duidelijkheid lijkt het me daarom zinvol even terug te gaan naar een paar essentiële elementen in de symbolieke graden. Want waar de leerling-graad de individuele mens zelf, en de gezellen-graad de wereld om hem heen als werkterrein lijkt te hebben, speelt de meestergraad heel subtiel in op zaken van meer onstoffelijke aard. Op krachten, die ongrijpbaar zijn voor de mens en waardoor het maar niet wil lukken om een volledig beeld, en volledige controle over zichzelf te verkrijgen. Ook in de meestergraad nadert hij hooguit en weer eindigt het verhaal met een open eind, weer krijgt hij een opdracht. Hij accepteert die, misschien wel onder de indruk, gegrepen door het toch wel indrukwekkende meesterritueel. Of misschien gewoon, omdat hij het gevoel heeft, dat dit nu eenmaal zo hoort. Met die opdracht gaat 'hij, die dacht de reis in zich zelf te hebben voltooid' weer opnieuw op weg. Hij heeft immers iets beloofd, maar hoe nu verder? De zoektocht naar het eigen 'zijn' lijkt ook voor de meester niet op te houden.
Hij heeft weliswaar een vervangend meesterwoord ontvangen, maar dat is eigenlijk een uit nood gekozen oplossing - hoewel ook dát woord een achterliggende betekenis lijkt te hebben. Het is niet ondenkbaar dat enige tijd na de verheffing tot meester toch de gedachte - of meer nog: de behoefte - ontstaat om bezig te zijn met dat oude meesterwoord. Dat woord, dat als een horizon bij een poging tot naderen voortdurend lijkt te wijken. Niet alleen omdat het een goddelijke lading in zich lijkt te dragen, maar vooral omdat bij de oplettende jonge meester in veel gevallen het gevoel ontstaat dat het om hemzelf gaat! En zo lijkt het meesterritueel toch niet echt het hele verhaal te vertellen. Als het gaat om het naderen van de kern van de zaak, lijkt het de juist verheven meester weer op pad te sturen, met een open eind. Hij zou het gevoel kunnen krijgen dat hij op pad is gestuurd naar de uiteinden van de regenboog. Wat op de langere duur kan leiden tot teleurstelling, tot het dan maar ophouden met zoeken.
Diegenen die denken dat het daarmee ophoudt, onderschatten de mogelijkheden van het 'systeem vrijmetselarij'. Eén van de werkwijzen die prachtig aansluit op de meestergraad en wel de mogelijkheid lijkt te scheppen om even achter de gezichtseinder van het normale waarnemen te zien, is de prachtige werkwijze van het 'Heilig Koninklijk Gewelf', kortweg: het HKG. Het HKG kan een meester-vrijmetselaar - door het beleven en daarop bestuderen van haar prachtige, welhaast mystieke ritueel - op rituele wijze het vermogen schenken het onbereikbare te leren aanvoelen, beleven, en tenslotte zelfs tot op enige hoogte te beredeneren. Deze werkwijze is een eyeopener voor hem die - zonder te gaan zweven - zichzelf en zijn realiteit wil leren kennen, en zelfs tot op zekere hoogte begrijpbaar/beredeneerbaar wil maken. Niet een andere wijze van beleven of benaderen, maar een prachtig vervolg op de weg die hij al ging in de symbolieke graden.
Afsluitend wil ik u er op wijzen, dat het HKG geen werkwijze is die je er 'even' bij doet. Het is geen gemakkelijke werkwijze, vooral omdat het zaken aan de orde stelt die een beetje uit onze huidige maatschappij zijn verdwenen. Gedachten, manieren van benaderen, waarvoor mensen tegenwoordig vaak geen woorden meer paraat hebben. Daardoor vergt het een wat langere, maar zeker ook actieve deelname om er een weg in te vinden. Als dat tenslotte gebeurt, dan begint de verrijking en vallen, populair gezegd, de kwartjes.
Rotterdam 30-03-2015
Z::V::Br:: Jan Springer (G::E::B::)
¹) Masonry consists of three degrees and no more, viz., those of the entered apprentice, the fellow craft and the master mason, including the Supreme Order of the Holy Royal Arch.